Volg Boeddha door Laos

Inhoudsopgave

Betoverd staar je naar de zonsondergang boven de Mekong. Een monnik gehuld in oranje loopt geruisloos voorbij. In de verte schittert, hoog op een berg omgeven door tropische palmen, een gouden tempel. De rust, de kalmte, de ruimte; Laos is bijna on-Aziatisch. Dat moet je met eigen ogen zien…

We reizen af naar Luang Prabang, de voormalige hoofdstad van Laos. Het is tevens de oudste stad, waar het boeddhisme nog diep geworteld is in het dagelijks leven. De stad staat dan ook werkelijk vol van de tempels. Maar liefst 34 van de 80 boeddhistische tempels van Laos zijn hier te vinden. Deze tempels mag je hier zeker niet missen.

De eerste: Vat Visoun. Na de Chinese invasie is deze tempel aan het eind van de 19e eeuw weer volledig opgebouwd. Nuis het een thuis voor een indrukwekkende collectie boeddhabeelden. Ze pronken in goud op het altaar of zijn uit hout gesneden. Boeddha wordt in Azië op verschillende manieren afgebeeld. Hier in Laos is het geen goedlachse dikkerd, maar een tenger silhouet met een serene blik en een sympathieke glimlach. De stupa That Mak Mo naast de tempel heeft ook een eigen boeddha: in zilver of brons. Niemand mag het mysterieuze beeld zien, maar de lokale bewoners zeggen dat het prachtig is…

De tweede op de lijst is Haw Pha Bang. Dit is één van de grootste heiligdommen van Luang Prabang, gebouwd om het heilige beeld van Phra Bang Buddha te eren. De stad is vernoemd naar deze boeddha –Luang betekent koninkrijk. Op hetzelfde terrein staat het National Museum. Dit is het voormalig koninklijk paleis, gebouwd in 1904 voor koning Sisavang Vong. De collectie toont de inrichting van het paleis destijds, evenals Laotiaanse kunst en geschenken voor de koninklijke familie. Aan de overkant ligt Mount Phousi, het volgende hoogtepunt. Voor deze tempel moet je wel wat extra moeite doen: de trap naar boven telt 355 treden. Onderweg is er genoeg te zien. Je loopt langs boeddha’s en rijkversierde altaars en eindigt op een plateau met een tempel en een 20 meter hoge, gouden stupa. Vanaf dit punt heb je het mooiste uitzicht over de stad.

Vergeet ook de beroemde Wat Xieng Thong niet. Uitkijkend over de Mekong rivier is dit het meest vereerde tempelcomplex van de stad. De muren van de tempel zijn bekleed met mozaïeken die het leven van de gewone Laotiaan uitbeelden. Hiervoor betaal je wel entree: 20.000 kip, omgerekend 2 euro. Genoeg tempels gezien? Blijf dan nog even in de buurt, want voor de beste koffie moet je in de oude wijk zijn. Say again, goede koffie in Azië? Yes! Als erfenis van de Franse koloniale tijd vind je in Luang Prabang koffietentjes die niet onder doen voor de hippe koffiebars in Nederland. Dat geldt ook voor de wijn overigens, die kun je hier met een gerust hart bestellen. En bij het ontbijt eet je ook nog eens verse croissants en stokbrood met jam.

Sa Bai Dee 
We laten de tempels achter ons en trekken de jungle in. Naar de Kuang Si watervallen, op een uur rijden van de stad. Terwijl we door de smalle straatjes van Luang Prabang navigeren, wordt er langs de kant van de weg al druk gebakken. Op de grill roosteren kipspiesjes, terwijl even verderop de maiskolven op het vuur worden gelegd. Veel Laotianen beginnen de dag met een warme maaltijd: noedelsoep of gebakken rijst met groente. Onderweg vertelt de lokale gids wat Laotiaanse woorden. Sa bai dee betekent hallo en kun je in heel Laos gebruiken als begroeting. De Lao vouwen daarbij de handpalmen voor het gezicht, gevolgd door een lichte buiging. De hoogte van de handen hangt samen met de status en leeftijd van diegene die wordt begroet. Is de persoon jonger, dan worden de handen gevouwen onder de kin. Gaat het om iemand van dezelfde leeftijd, dan voor het gezicht. Is de ander ouder of van een hogerefunctie, dan gaan de handpalmen naar het voorhoofd.

Verder: cob cai betekent dank je wel, cob cai lay lay is heel erg bedankt, en hong num is toilet. In Luang Prabang kun je je in het Engels redelijk verstaanbaar maken, vooral in de hotels, maar in de kleine dorpjes daarbuiten is het minder makkelijk. De Kuang Si watervallen liggen verscholen diep in het groen. Het is absoluut een toeristische trekpleister, maar niet te druk. Het helblauwe turquoise blauwe water trekt meteen de aandacht. Prachtig om te zien. Bij de grote waterval mag je niet zwemmen, maar verderop liggen een paar natuurlijke baden. Heerlijk verkoelend. Kijk overigens niet raar op wanneer de mensen in het water onrustig op en neer springen of een gil slaken; het zijn de knabbelvisjes, die vooral gek zijn op voeten. Een soort Dr. Fish spa.

Jungle romantiek
Voor een lokale lunch ben je hier op de juiste plek. Vermijd de toeristische eettentjes bij de ingang van de waterval, maar loop iets verder door. Net voorbij de tempel stap je in een wereld van pure jungle romantiek: houten huisjes op hoge palen aan het water, zwierende kokospalmen, kindjes die stoeien in de rivier en een heerlijk terras vlak langs de waterval. Bestel fried rice met kip (23.000 kip: 2,30 euro) en drink van een verse kokosnoot (14.000 kip: 1,40 euro). Het volgende jungle avontuur ligt op anderhalf uur rijden van Luang Prabang. Bij een bezoek aan een traditionele Hmong village maak je kennis met de Hmong, een Aziatisch volk dat vaak hoog in de bergen leeft. Het dorp dat wij bezoeken ligt aan de rand van de jungle, in een bijna ‘Gorilla’s in the mist’-achtige setting.

Het is rustig in het dorp. Het is zaterdag en dus zijn de kinderen vrij van school. Ze spelen wat. Twee jongentjes rennen voorbij met een katapult en een zakje pinda’s. Een oude man kijkt naar het tafereel en lacht. ‘Ze gaan vogels vangen’, zegt hij. Of vleermuizen vertelt de gids, want ook dat is hier een delicatesse.’ De lunch die je hier deelt met de Hmong is gelukkig minder spannend. Wanneer de tafel is gedekt met bananenblad, verschijnt de maaltijd in grote bamboescheuten. Het is een traditionele soep van limoengras, en buffel- en varkensvlees met sticky rice. Sticky rice is een andere rijstsoort en wordt op een speciale manier klaargemaakt. Het is een favoriet van de meeste Laotianen. Iedereen eet uit dezelfde bamboe en gewoon met de handen (voor de soep is er gelukkig wel een lepel). Door naar Nahm Dong Park. In dit ruige natuurgebied kun je allerlei activiteiten ondernemen. Ziplinen door de jungles, met gom van de bomen eigen papier maken en zien hoe lào-láo wordt gemaakt; een rijstwijn met een flink alcoholpercentage.

Toe aan ontspanning? Ga dan liggen in één van de typisch Aziatische, rieten hutjes die uitkijken over de jungle. Heel zen! De lunch is ook hier een tip: zoete aardappelfrites met mayonaise, visballetjes aan een stokje en springrolls van rijstpapier met een mix van kip en eetbare bloemetjes.

Cocktail 
Wat kun je in de avond verwachten? Luang Prabang is een rustige boeddhistische stad, met veel fijne barretjes en restaurants. Geen druk uitgaansleven, maar dat past hier ook niet. Begin de avond met de Night Market. Om 17.00 uur worden de eerste kraampjes al opgezet, beginnend bij Wat Mai en via Sisavangvong Road naar het stadscentrum aan Settathilat Road. Er worden allerlei handwerken verkocht. Keramiek, bamboe, kleden, zijden sjaals en natuurlijk de welbekende souvenirs. Er zijn ook kraampjes met snacks. Kokospoffertjes, geurige saté, broodjes die nog het meest lijken op de Vietnamese bun met buikspek of kip, en vers drakenfruit. De markt is tussen 22.00 en 23.00 uur afgelopen. Een hapje eten in de stad kan prima, met een grote variëteit aan eettentjes. Drankje erbij…

De lekkerste cocktails bestel je bij tapasbar 525. Hippe tent met jazzmuziek en een leuke sfeer, en een drankenkaart met dollarprijzen (zo’n 7 US dollar). Deze prijzen zijn eerder uitzondering dan regel. In Laos koop je BeerLao voor 5000 kip (0,50 eurocent), een grote fles is 10.000 kip (1 euro). Voor een glas wijn in het hotel betaal je ongeveer 15.000 kip (1,50 euro). Wil je een avondje uit in Luang Prabang , doe dat dan wel op tijd. De meeste zaken sluiten voor 23.00 uur de deuren.

Mekong
Een bezoek aan Laos is niet compleet zonder een boottocht over de Mekong. Deze rivier wordt beschouwd als één van de belangrijkste rivieren in Azië en stroomt door China, Laos, Thailand, Cambodja en Vietnam. Veel slowboaten vertrekken vanaf het punt waar de Nam Khan rivier van Luang Prabang en de Mekong samenkomen. Een boottocht van vijf uur voert je langs drie UNESCO tempels, Whisky Village – waar ze zelf whisky maken met slangen, schorpioenen en spinnen in de fles, volgens de gids voor extra energie – en de grotten van Ban Pak Ou. Bij de grotten kun je van boord. De indrukwekkende rotspartij lijkt misschien het spektakel, maar het gaat hier vooral om de 4.000 (!) boeddha beelden binnenin de grot. Sluit de trip af met de traditionele Tak Bat: de aalmoesronde van de monniken. Een eeuwenoude boeddhistische traditie waarbij de monniken elke ochtend bij zonsopgang hun ronde doen door de straten, en giften ontvangen van de lokale bevolking. Meestal sticky rice, of een zoete lekkernij, die de mensen in de aalmoeskom scheppen. Wil je deze bijzondere ceremonie bijwonen, vermijd dan de drukke hoofdstraat waar veel toeristen zijn.

Oranje
De straten kleuren oranje. Stilzwijgend maken de honderden monniken hun dagelijkse ronde, de oudste voorop en de jongste achteraan. De lokale bewoners hullen zich in dezelfde stilte, respectvol scheppen ze hun offers en buigen ze hun hoofd. Zo snel als ze verschijnen, verdwijnen ze ook weer. Terug naar de tempels, waar boeddha wacht op levenslange toewijding en geduld. Een paar monniken stappen in een bootje en varen weg op de Mekong. We kijken toe, in gedachten. Laos, wat ben je bijzonder.

Dylan Cinjee

Dylan Cinjee

Hi! Ik ben Dylan en voor mijn werk reis ik de hele wereld over, maar ook privé houd ik ervan om nieuwe bestemmingen te ontdekken! Tijdens al deze reizen probeer ik leuke content te verzamelen voor Voyago.nl. Mijn favoriete vakantieland is Amerika. Wil je meer weten of iets anders vragen? Stuur dan een mailtje via info@voyago.nl! Uiteraard kan je mij ook volgen tijdens mijn reizen via Instagram.
Schrijf je in voor de nieuwsbrief

Nieuwste berichten